Uiteindelijk blijkt het toch een roman te zijn

Net als je bent aangekomen op het punt dat je denkt: is Het leven heeft geen geheimen wel een roman?, breekt de schrijver in: ‘Nee, een roman zal het nooit worden.’

Je neemt tenminste aan dat het de schrijver is die inbreekt, want hij noemt als een van zijn romans Sterk water, en een roman met die titel komt voor in de lijst ‘Van Koos van Zomeren verschenen’ achter in het boek. (De roman uit 1987 is niet meer leverbaar.) Daarmee wordt op zijn minst de schijn gewekt dat het middenstuk van de roman autobiografisch is, althans gaat over de schrijver van de roman Het leven heeft geen geheimen = Koos van Zomeren.

‘Ik ben moe, ik voel me gedeprimeerd, ik geloof niet zo in het nut van romans, althans de mijne.’
Zegt de auteur van tweeëntwintig romans, zijn thrillers meegerekend, zijn verhalenbundels daargelaten.
Natuurlijk is de vraag dan: waarvoor schrijven? ‘Voor het geld hoef ik het niet te doen. Voor de roem hoef ik het niet te doen. Waarvoor dan wel? Uit innerlijke noodzaak soms?’

Er klinkt iets verbitterds in door. Inderdaad is Koos van Zomeren niet de lievelingsschrijver van het grote publiek, wat meer zegt over het grote publiek dan over Koos van Zomeren. Maar misschien is het grote publiek ook meer geïnteresseerd in de personages van een roman en hoe het hen vergaat dan in de problemen die een schrijver ermee heeft om hen op het rechte pad (het zijne) te houden.

Een roman van Van Zomeren is nooit een recht-toe-recht-aan-vertelling. Pas op de laatste bladzijde blijkt dat je als lezer een puzzel hebt gelegd. De schrijver doet het nu voorkomen dat het voor hem niet anders is: hij goochelt met autobiografische gegevens (Hans Riggeling, de hoofdpersoon in Het leven heeft geen geheimen, woont in zijn huis) en hij maakt de lezer deelgenoot van zijn worsteling met het verhaal. Hoe brengt hij de personages die hij verzon, de beelden, de situaties, samen tot één geloofwaardig, relevant geheel?

In het eerste deel van het boek gebeurt feitelijk niets. Hans Riggeling is door een ongeluk (een mountainbiker, toch al niet zijn favoriete mensensoort, botste tegen hem op – op het kerkhof nota bene) zijn stem kwijt. Hoe met dit isolement om te gaan, des te meer omdat Riggeling beroepsmatig gezien niet meer dan zijn stem wás? Riggeling brengt de meeste tijd thuis door, het verleden herkauwend. Op bladzijde 40: ‘Eindelijk, er gebeurt iets. De lucht verkleurt van blauw naar grijs, van grijs naar paars, van paars naar zwart.’ Onweer, een beetje regen, hagel. Het is hier dat de lezer zich afvraagt of het in deze vertelling bij deze ene gebeurtenis zal blijven. Voor alle zekerheid controleert hij het nog even, maar er staat wel degelijk ‘Roman’ op de titelpagina.

Dan grijpt dus de schrijver, lees Koos van Zomeren, in. Het zou natuurlijk kunnen dat ‘de schrijver Koos van Zomeren’ in de boeken van Koos van Zomeren een romanfiguur is geworden. Deze schrijver dan loopt met een Duitse soldaat uit een verhaal van Max Frisch in zijn hoofd. Op het einde van de oorlog gevangengenomen door de Russen wordt deze Duitse soldaat gedwongen om piano te spelen tot hij niet meer kan. Dan krijgt hij een schouderklopje en schieten ze hem dood. Wat heeft die Duitser te maken met Hans Riggeling?

In het middendeel van Het leven heeft geen geheimen begint elke alinea met een liggend streepje dat ook wel wordt gebruikt om een quote aan te duiden. Daardoor leest dit alsof de schrijver werd geïnterviewd; alleen zijn de vragen weggelaten.

Zoals vaker in zijn werk speelt Van Zomeren een knap spel met de herinnering en de interpretatie van het herinnerde. Wat een mens zich van het verleden herinnert, is vaak een vertekening: verdringing speelt hierin een grote rol. In dit geval werd het verleden bewust vertekend en wel toen het nog het heden was. Pas op latere leeftijd, en als hij zijn stem kwijt is, komt Hans Riggeling er achter hoe het nu precies zat met zijn jongere broer Julius. En met die ‘Duitse’ soldaat.

Na lezing blijkt Het leven heeft geen geheimen dus toch een roman te zijn. Zo’n mooie, verstilde Koos van Zomeren-roman

Frank van Dijl

Koos van Zomeren – Het leven heeft geen geheimen. Roman. De Arbeiderspers, Amsterdam.
***

Eerder gepubliceerd in Algemeen Dagblad, 2004.