Proza: Bram Esser – De sollicitant (22)
Brandweerman
Brandweer Groningen
Sontweg 10,
9723 AT Groningen
Vacature: Brandwacht bij veiligheidsregio Groningen
Bijzonderheden: Wil je graag deel uitmaken van een hecht team waar vriendschappen gesloten worden? Dan ben jij misschien de man of vrouw die we
zoeken.
Geachte hoofdcommandant, beste Roelf Knoop
Veel kinderen willen brandweerman worden. Dat komt vanwege de mooie grote brandweerauto waarmee je ongegeneerd door rood mag rijden. Misschien ook vanwege het vuur. De liefde voor het vuur herken ik wel, maar het idee om brandweerman te worden is aanvankelijk nooit in me opgekomen. Ik was als jongen gefascineerd door de melancholie van Robin Hood. Hij leefde weliswaar zijn vrije leven in de bossen, maar was ook verstoten van zijn landgoed.
Ik ben geen Robin Hood geworden, maar met de melancholie – de acceptatie van het verval – heb ik mezelf in de loop van mijn volwassen leven vereenzelvigd. De brandweerman is ook een melancholicus. Als brandweerbel gaat begint er een race tegen de klok die al verloren is. De vlammen likken aan een gebouw, de banden van de brandweerauto gieren over het asfalt. Gierende banden, likkende vlammen. Gieren, likken, gieren, likken. Wie is er het snelst? De brandweer kan hooguit de schade beperken maar de school, het restaurant of het huis; die zijn dikwijls verloren.
De brandweer staat per definitie op een nul achterstand, eerst is er namelijk de brand dan pas komt de brandweer. Al zijn er gevallen bekend waarbij de brandweer ook bij het ontstaan van de brand betrokken is. Zo las ik over een brandweerman uit Bedum die auto’s in de fik stak omdat hij er tegenop zag terug te keren naar zijn donkere koude huis. Hij wilde een reden hebben om uit te kunnen rukken met zijn kameraden. Brandstichting uit eenzaamheid. Ik kan me dat eerlijk gezegd heel goed voorstellen. Ook ik zit alleen thuis en droom ervan om uit te rukken.
De pyromaan en de brandweerman delen natuurlijk hun liefde voor het vuur. Waarschijnlijk was dat ook iets wat meespeelde bij de brandweerman uit Bedum. Hij was brandweer, maar wilde niet langer melancholicus zijn; iemand die altijd te laat is. Ook hij wilde het genot van de ontsteking smaken, het eerste vonkje zien, de opwinding van de knetterende vlammen voelen. Hoewel je kan denken dat de brandweer het vuur haat omdat hij het wil blussen, is dat natuurlijk niet zo. De brandweerman voelt zich door het vuur uitgedaagd zoals de detective zich uitgedaagd voelt door de meesterinbreker. Het vuur prikkelt hem en stuwt hem tot grote hoogtes.
Mijn vriendin Nicolette de Vries begrijpt dit niet. Zelf werkt ze bij de afdeling personeelszaken van een semi overheidsinstelling. Hoewel ze haar werk niet per se fantastisch vindt, haalt ze wel voldoening uit het schrijven van jaarverslagen. Ook heeft ze leuke collega’s en zijn er doorgroeimogelijkheden. Tegen mij zegt ze wel eens dat ik gewoon een kantoorbaan zou moeten nemen. ‘Werk hoeft niet per se leuk te zijn, als je maar leuke collega’s hebt en doorgroeimogelijkheden,’ zegt ze geregeld. Maar zulke koele afwegingen, zijn voor mij niet weggelegd. Er moet bij mij iets van een verlangen gloeien om er honderd procent voor te kunnen gaan.
‘Ik wil bij de brandweer,’ zei ik op een dag tegen Nicolette de Vries. Getraind als ze is om tijdens vergaderingen haar ondergeschikten de mond te snoeren met rationele argumenten haalde ze meteen een incident aan van alweer jaren geleden op een camping in Zuid Frankrijk. Mijn benzinebrander was in de fik gevlogen en ik was in paniek weggerend. ‘Een echte brandweer zou dat nooit doen, die zal meteen de boel gaan blussen,’ zei ze op zakelijke toon. Ik zei tegen haar dat angst juist een hele goede eigenschap is. Niemand heeft iets aan een overmoedige brandweerman. Bovendien moet je eerst kennis hebben over het type vuur voordat je een bepaalde blustechniek toepast. Toen later de brandweerlieden arriveerden bluste ze het campingveldje door het vuur aan te vallen met vuurzwepen. Dat vond ik fascinerend om te zien. Alsof ze met die zwepen een wild beest terugjoegen in zijn hok.
Nicolette de Vries zegt dat als je een brand hebt gezien, je alle branden wel kent. Dat ben ik niet meer haar eens. Dat is hetzelfde als je zegt: ‘Ik hoef de zee niet te zien want ik ben al in bad geweest.’ Het vuur gedraagt zich op ieder materiaal weer anders. Je hebt kelderbranden, voertuigbranden, scheepsbranden, natuurbranden en binnenbranden. Dat wist Nicolette de Vries allemaal niet en ik heb toch nog wel een beetje indruk kunnen maken door haar mijn kennis over het vuur uit de doeken te doen (kennis die ik van internet heb gehaald).
‘De kelderbrand heeft iets heimelijks,’ vertelde ik, ‘deze ontwikkelt zich in het geniep en komt dan ineens in vol ornaat binnenvallen als een ongenode gast tijdens een feestje. Je krijgt hem moeilijk weg want hij is dronken en vervelend. En iets dat als een binnenpretje begint, een romantisch etentje met kaarsen, kan als woonkamerbrand eindigen. In het vuur van de liefde kan gemakkelijk een kaars omgestoten worden.’ Nicolette de Vries was behoorlijk onder de indruk van mijn kennis en sindsdien wil ze geen kaarsen meer op tafel hebben. Niet dat wij nog plotseling worden overvallen door het vuur van de liefde, maar toch lief dat ze met die mogelijkheid rekening houdt.
Graag meld ik mij aan voor de opleiding tot brandweerman. Ik heb een diep ontzag voor het vuur en geloof in haar heiligheid. Een brand is als de ontspoorde liefde van God voor de mens. Een dodelijke alles verzengende liefde waarmee God de mens wil bijsturen en behoeden voor toekomstige fouten. We moeten deze liefde van God koelen, afremmen en in banen leiden. We moeten er nooit rechtstreeks tegenin gaan, want dat zou zelfmoord betekenen.
In afwachting van uw reactie.
Vriendelijke groeten,
Brandweer Bram
(Afbeelding: https://www.pexels.com/photo/burning-burning-down-chain-reaction-fire-358511/)