Recensie: Auke Hulst – Motel Songs
Een daad van liefde én verzet
Ik verneem dat Motel Songs soms bij de toonbank ligt, soms bij de literatuur, soms bij de reisboeken, soms bij non-fictie en soms op de muziekafdeling. Dat maakt het lastig vinden… Zelf zie ik het, gezien het literaire gehalte, het liefst bij de literatuur.
Auke Hulst op Twitter op 18 november 2017.
Motel Songs is inderdaad geen eenduidig boek en/of cd. De titel van dit werk verwijst vooral naar de muziek die Hulst geschreven en opgenomen heeft tijdens een roadtrip van de oost- naar de westkust. Het gelijknamige album is natuurlijk ook op Spotify te beluisteren. Dat het album daar dan weer een ander hoesje heeft is opvallend en zou voor een meer literaire benadering kunnen pleiten.
In de inleiding legt Hulst uit dat hij het album helemaal geschreven en opgenomen heeft in motelkamers, zonder vals te spelen. Dat houdt in zonder stiekem thuis aanvullende opnamen te maken of partijen door gastmuzikanten te laten spelen. Het maken van een cd als deze is een reisdoel dat hij lang verborgen heeft gehouden, omdat hij er niet zeker van was dat het zou gaan lukken. Hulst boekte deze reis in de week nadat zijn relatie uit was gegaan. ‘Ik hou van de VS en zijn eindeloze wegen, terwijl zij een hekel had aan alles wat Amerikaans was. Nu gaan was een daad van liefde én verzet.’ Hulst stelt vervolgens NRC Handelsblad voor om wat artikelen te schrijven en wil daarnaast plaatsen bezoeken die te maken hadden met het leven en streven van diverse door hem bewonderde schrijvers en artiesten zoals Kurt Cobain, Ernest Hemingway, Philip K. Dick en Jeff Buckley. Een half jaar later begint hij aan zijn coast-to-coastroadtrip.
De veertien motel songs zijn regelmatig te koppelen aan anekdotes die Hulst uitwerkt in enerzijds de essayistische reisverhalen over mannen die te vroeg gestorven zijn en anderzijds het verslag van de roadtrip an sich. De tunes, een term die Hulst aanhaalt in zijn inleiding, zijn verrassend afwisselend qua stijl. Zo hoor je in ‘Monkey’ een jazzachtig pianoloopje naast een meer funky of bluesachtig basrifje. In ‘Ghost Girl’ zit een subtiele, kabbelende drive en qua stemgebruik en koortjes bemerk je de Westcoast-erfenis van bijvoorbeeld Crosby, Stills, Nash and Young of The Beach Boys. ‘Blue Ridge Parkways’ is op een wat vrolijker manier toch melancholisch en past ook naadloos in de traditie van autoliedjes, mannen die alleen onderweg zijn: ‘The road goes higher and higher now, won’t you carry me home.’
‘My final skin’ is een nummer dat, ook omdat je door het lezen van het essay ‘Vaderdagen’ net wat meer over deze song weet, onder je huid kruipt. ‘Is this the final skin that I’m allowed to wear? That I’m allowed to care for? My God, I’m really scared. Daddy I’m almost there.’ Het idee dat de huid een jas is die vervangen wordt heeft Hulst sinds het lezen van De zondvloed van Jeroen Brouwers nooit losgelaten. Deze vermenging van persoonlijke analyses en verhalen zorgen er samen met de veelvuldige verwijzingen naar literatuur en muziek voor dat Motel Songs een heel rijk boek is. Maar ‘My final skin’ is ook gewoon een vreselijk goed liedje: origineel opgebouwd, mooie overgangen, lekker en ietwat luchtig gezongen terwijl het over wezenlijke zaken gaat. Het is dat ik mijn lijstje voor beste song van het jaar al ingeleverd heb, maar deze had er eigenlijk op moeten staan.
Inzichtelijk zijn ook de passages over Hulsts laatste roman Ik herinner me Titus Broederland. Hulst heeft het manuscript net ingeleverd voordat hij op reis gaat en in zijn onzekerheid over dat boek heeft, is hij schaamteloos eerlijk. Omdat Hulst door Amerika reis voordat Trump tot president verkozen is, weet je als lezer meer dan de auteur en Amerikanen op dat moment. De vader van Auke Hulst is min of meer de hoofdpersoon van zijn boek. Natuurlijk schrijft Hulst over de levens en het sterven van Hemingway, Cobain, Buckley, Prince en Fitzgerald, maar Hulst analyseert nogmaals zijn eigen jeugd en focust daarbij op de rol van zijn vader. Hij komt ook tot inzicht waarom zijn laatste relatie wel eens op de klippen gelopen zou kunnen zijn wanneer hij naar een nummer van Ryan Adams luistert. (Het in het boek genoemde citaat klopt trouwens net niet helemaal met het originele fragment.) En zo komt Hulst in Motel Songs uiteindelijk tot een diep zelfinzicht. ‘Kiezen voor je eigen pad heeft een prijs en vandaag lijkt die prijs te hoog. Maar ik zal die weg blijven volgen. Het is mijn weg, de lange weg naar het verre westen.’
Deze lezer blijft onder meer achter met het voornemen om toch ook echt te gaan reizen in Amerika, een cd die niet in de kast verdwijnt, verdieping van kennis over bijvoorbeeld de laatste dagen van Cobain en Buckley en meer zicht op het schrijverschap van Auke Hulst. Inderdaad: van alles wat.
Cilla Geurtsen
Auke Hulst – Motel Songs. Ambo|Anthos, Amsterdam 290 blz. € 25,00.