Recensie: C.J. Aarts en M.C. van Etten – Van onzen correspondent; journalistiek werk van Willem Elsschot
Nog meer over Elsschot
Van 1919 tot 1922 verdiende Alfons de Ridder bij als Antwerps correspondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant. We weten alleen niet welke stukken van zijn hand zijn. Daar woedt onder Elsschottianen al enige tijd een verhitte discussie over, waarin zich twee kampen mengen: de preciezen, die alleen onomstotelijk bewijs accepteren, en de rekkelijken, voor wie een mogelijke eventueel aan Elsschots stijl verwante zinsnede al voldoende is om de wanden te laten dreunen.
Aarts en Van Etten scharen zich in dit boek, waarin niet alleen de stukken die zij des Elsschots beschouwen zijn opgenomen, met forse hoeveelheid achtergrondinformatie en illustraties, maar ook relevante biografische informatie over misschien wel de beste stilist die ons taalgebied ooit heeft gekend en een uitgebreide samenvatting van het polemische voorafgaande, nadrukkelijk in het tweede, dat van de ‘genereuzen’, zoals zij het zelf noemen. Zodat ze in een enthousiaste hang naar volledigheid van alles en nog wat over de lezer uitstorten, zolang het ergens meer iets met De Ridder van doen zou kunnen hebben.
Slechts over één artikel is iedereen het eens. Het heet ‘De toestand der Vlamingen’, het manuscript is teruggevonden in Elsschots boedel, maar niemand heeft het ooit in de NRC kunnen terugvinden. Van wat daar wel in verscheen is lang niet alles wat uit Antwerpen kwam door De Ridder geschreven, zoveel is duidelijk. Ik moet bekennen, dat ik zelf ook soms twijfel. De openingszin van ‘Een en ander over de diamantnijverheid’ luidt:
De diamantnijverheid en de handel in diamant zijn voor Antwerpen wat de visserij is voor IJmuiden en de kaashandel voor Edam.
Intikkertje, denkt de onderlegde lezer, die meteen moet denken aan Lijmen, maar bewijs is het niet. Net zoals de twee korte berichten die op 5 en 6 augustus 1919 verschenen, en die voor de goede verstaander een volledige Elsschot-novelle in zich bergen. In het eerste wordt gemeld dat Maurits Sabbe is benoemd tot ‘conservator der Antwerpsche stadsbibliotheek.’ De volgende dag staat in de NRC:
Onze Antwerpsche correspondent seint ons, dat zijn bericht van gisteren niet juist was. Dr. Maurits Sabbe is niet benoemd tot conservator van de Antwerpsche stadsbibliotheek, maar van het museum Plantijn.
Helaas komen we niet te weten wat hier speelde. Daar zou een kenner zich eens op moeten storten, en dan liefst het resultaat van zijn onderzoekingen, of haar onderzoekingen, als het een vrouw is, neerleggen in net zo’n propvol feest voor oog en geest als dit.
Enno de Witt
C.J. Aarts, M.C. van Etten – Van onzen correspondent; journalistiek werk van Willem Elsschot. Polis, Antwerpen. 352 blz. € 34,99.