Proza: Bram Esser – De sollicitant (36)
Tweede hands autoverkoper
T.a.v. algemeen directeur Erik Meems
Century Occassion centrum
Paterswoldseweg 139,
9727 BE Groningen
Geachte Erik Meems,
Het kopen van een auto is een van de meest dierbare familieaangelegenheden die ik me kan herinneren. Mijn vader kocht altijd tweedehands auto’s en altijd gingen we dan naar de garage van Veeneman. Die was ooit aangeraden door mijn opa. Veeneman was protestants en dat was goed. ‘Opgelicht wordt je toch wel, ik heb de voorkeur om opgelicht te worden door iemand die me vertrouwd is,’ zei mijn vader altijd. De auto’s die we kochten gingen hooguit een paar jaar mee.
Voor mij als kind waren dat processen van hechting en onthechting. Ooit kochten we een rode Mazda van onze buurman Johnnie, die hield het nog geen vier maanden uit. Daarna gingen we weer terug naar Veeneman. Het was een ouderwetse garage met een loods en een bakstenen gebouwtje waarop een oud Shell logo prijkte en waar het kantoor inzat. Het moet al vrij oud zijn geweest.
In de loods waren twee rechthoekige dieptes van beton die bekleed waren met witte tegeltjes. Je kon er met een trapje naar beneden. Fascinerend vond ik dat, het waren net twee kleine zwembadjes zonder water. Monteurs gebruikten die om ermee onder een auto te kijken. De auto reed je omhoog via twee stalen goten aan weerszijden van het zwembadje. Dat heette de brug.
Ik heb onze auto regelmatig op de brug zien staan en dan wist ik dat ik zo langzamerhand weer moest beginnen aan het proces van onthechting. Ons trouwe voertuigje dat ons helemaal naar Zuid Frankrijk had gebracht en weer terug was ziek geworden en als de auto ziek was dan kon je het ergste vrezen.
Vaak was het dan te duur om te repareren en ging de wagen naar de schroot. Voor mij was dat onbegrijpelijk en hartverscheurend. De auto maakte ten slotte deel uit van het gezin, die kon je toch niet zomaar vernietigen? Die moest je toch zien te redden ?
De laatste auto die we hadden was een Ford Granada. Een wagen met een enorme motorkap. Onze tent, picknicktafel en stoeltjes werden in zomervakanties op het imperiaal gesjord en dan leek het net alsof we een Turks gezin waren op weg naar het Anatolische achterland. Ik hield van die auto, haar vorm roept nog steeds herinneringen bij me op. Door deze jeugdherinneringen bedacht ik me ineens dat ik tweedehands autoverkoper moest worden. Het verkopen van auto’s draait er namelijk om dat je de chemie tussen mens en machine begrijpt.
Al sinds mensenheugenis worden auto’s verkocht als geluksmachines. De boodschap is dat een auto niet alleen een technisch wonder is, maar ook nog eens een machine die jouw eigen persoonlijkheid versterkt en je als mens groter maakt. De auto als accelerator, als verheffingsapparaat van onze persoonlijkheid. Ik denk dat de relatie die we hebben met onze apparaten jarenlang veel te oppervlakkig is geweest. De machines moesten er voor ons zijn, maar waren wij er ook voor onze machines? Je kan de auto niet simpelweg als slaaf beschouwen die jou gelukkig maakt. Een goede relatie komt van twee kanten. Ik wil die relatie gaan vormgeven vanuit het beroep van tweedehands autoverkoper.
Het verkopen van tweedehands auto’s is als het geven van relatieadvies. Niet iedere auto is geschikt voor iedereen. Hij moet passen bij je karakter, bij je behoeftes en het soort chauffeur dat je bent. Soms kan iemand binnenkomen met een heel duidelijk idee voor ogen. Hij wil bijvoorbeeld een golfje hebben. Dat kan natuurlijk, je kan helemaal verliefd worden op het beeld van jezelf in zo’n golfje. Toch geef ik die golf niet zomaar mee als de klant dat verlangt. Zo’n soort verkoper ben ik niet. Het is namelijk heel goed mogelijk dat hij de Golf allerlei eigenschappen toedicht die je eigenlijk veel beter kan zoeken in een willekeurige Japanner.
Mobiliteit lijkt soms, net als seks, een massaproduct te worden. Toch verveeld oppervlakkige ongeïnteresseerde mobiliteit net zo snel als oppervlakkige seks. Ik wil dat mijn klanten een betekenisvolle liefdesrelatie met hun auto aangaan.
Als autoverkoper gaat het me niet primair om het verkopen van auto’s, maar om het tevreden stellen van de klant. Dat klinkt logisch, maar bij veel autoverkopers staat het scoren, het verkopen voor de hoofdprijs, voorop. Ik wil niet dat de klant voor zijn eerste verliefdheid gaat, voor het lustopwekkende glimmende blik. Ik wil diepgang en dan moeten ook geur, het geluid van de motor en de manier waarop de achteruitkijkspiegel reflecteert, een rol spelen. In plaats van auto’s aan mensen te verkopen wil ik mensen aan auto’s verkopen, of liever gezegd; ik wil dat ze met elkaar een huwelijk aangaan.
De showroom met occasions zie ik voor me als een kamer vol bruiden. Als autoverkoper organiseer ik speeddates met de bruiden. Ik ben op zoek naar de trilling die ontstaat tussen mens en machine. Door mond op mond reclame zullen mensen naar de showroom komen in de hoop om uitverkorene te zijn. Zo draai je het om. Jij wil niet zozeer een klant aan de haak slaan, de klant wil een bruid aan de haak slaan (ik zie de chauffeur, of het nou een man of een vrouw is als bruidegom. De chauffeur hanteert de versnellingspook).
Als een klant binnenkomt dan gaan we eerst over diens interesses hebben. We zullen praten over muziek en films en welke dingen die persoon allemaal inspireren. Pas later wil ik weten wat hij of zij van een auto verwacht. Als er dan een bepaald gevoel ontstaat neem ik deze persoon mee naar een bepaalde auto die me voor ogen staat. ‘Dit is Laura,’ zal ik zeggen, ‘ze houd ervan als je haar af en toe wat voorleest. Als je dat doet, blijft ze je trouw.’ Of : ‘Dit is Jeroen, Jeroen kan het waarderen als je zo nu en dan een aai over zijn motorkap geeft.’
Mensen houden ervan als auto’s een persoonlijkheid hebben. Ik heb weinig verstand van de techniek van auto’s, maar daar heeft u ook genoeg mankrachten voor. Ik ben daarentegen heel goed in staat de persoonlijkheid en de bijzondere eigenschappen van een tweedehands auto naar voren te halen.
Hopelijk kunnen we binnenkort afspreken. Ik heb bij uw garage gesolliciteerd omdat ik vlakbij woon. Dat is wel zo makkelijk want zo kan ik op de fiets naar het werk komen. Ik heb namelijk geen rijbewijs, dus dat is wel zo praktisch.
Vriendelijke groeten, Bram
Afbeelding: https://www.pexels.com/photo/woman-standing-in-front-of-teal-sedan-840284/