Recensie: Peter Drehmanns – De schrijver en zijn meisjes
De schrijver een holbewoner
Leesclubs zijn populair. Je leest met meerdere mensen tegelijk hetzelfde boek en hebt vervolgens een goede reden om bij elkaar te komen en onder het genot van drank natuurlijk niet alleen maar over dat boek te praten. Ook de schrijver heeft de leesclub ontdekt. Een ideale afzetmarkt. Schrijf een boek over een leesclub en de leesclub zal het lezen op zoek naar (h)erkenning. In De leesclub (2010) van Renate Dorrestein vindt de schrijver uiteindelijk de dood. In De schrijver en zijn meisjes van Peter Drehmanns een lezeres. De schrijver doet dat om te laten zien hoe literatuur werkt. En wat echte literatuur inhoudt. Een cursus literatuur voor leesclubs.
Mark Gerstenberg is een literair schrijver met een behoorlijk oeuvre en geniet op basis van zijn laatste roman een redelijke bekendheid. Het grote publiek kent hem echter nog niet. Juist nu hij van zijn pril opgebouwde bekendheid gebruik moet maken, loopt hij tegen een writer’s block op. Moet hij het niet over een andere boeg gooien en autobiografische gemakslectuur gaan schrijven waar hij in interviews op tv smakelijk over kan vertellen? Daarnaast heeft hij last van een vreemde psychosomatische ziekte: hij krijgt onder de leden wat hij het hoofdpersonage uit zijn vorige boek heeft meegegeven. Misschien moet hij dus eerst eens terugkeren naar wie hij zelf eigenlijk is.
In deze deplorabele staat krijgt hij een mail van een klasgenoot van de middelbare school. Deze Lieke vraagt hem of hij er voor voelt om haar leesclub te komen vereren met een bezoek. De leesclub leest namelijk zijn laatste roman Altijd maar begraven (ook een echte roman van Drehmanns). Lang hoeft Gerstenberg hier niet over na te denken, zijn lijf reageert meteen en hoest een aantal waarschijnlijk al lang vastzittende klodders pekzwart slijm omhoog. Bovenop zijn toetsenbord. Ze veroorzaken zo’n druk dat de zin ‘DIT IS DE OPLOSSING’ verschijnt. En juist door de onwaarschijnlijkheid ervan, volgt Gerstenberg: ‘Vanaf vandaag zou hij zichzelf anders positioneren (ja, hij durfde die modieuze marketingterm zomaar in de mond te nemen!) als schrijver en als mens, als mensschrijver en schrijvermens. Hij zou de werkelijkheid een plot aftroggelen.’
Zo gezegd zo gedaan: Mark Gerstenberg daalt van zijn ivoren toren de echte wereld in om zijn lieve lezeressen te woord te staan en de werkelijkheid op haar staart te trappen. In de trein bedenkt hij hoe de dames van de leesclub over zijn roman denken. Of zijn dit de echte gedachtes van Lieke, Lianne, Eefje, Ellen, Paula en Annemarie? Drehmanns is er goed in geslaagd de verschillende vrouwen in hun eigen stijl neer te zetten. Dat blijkt ook uit de vervolghoofdstukjes op zijn roman, een opdracht die hij de leesclub van te voren had opgegeven en die een virtuoze en hilarische oefening in stijlen laten zien. De schrijfster van het beste verhaal wint een dag op stap met de grote schrijver.
Omdat zij de meeste bravoure aan de dag legt in haar tekst, mag de wilde Ellen – ‘ons brutaaltje’ – mee met Gerstenberg. Het wordt een trip down memory lane voor Gerstenberg want hij neemt Ellen mee op een ware kruisweg met veertien staties in zijn geboortedorp, zoals hij het zelf ronkend noemt. Bij de laatste statie kan hij dan transformeren van Christus in God wanneer hij het lot in eigen handen neemt en haar vermoordt. De herinneringen die hij Ellen toont, gebruikt Gerstenberg om te laten zien hoe een goede schrijver van werkelijkheid literatuur fabriceert. Hij verandert zijn herinneringen zodanig dat hij er een heldhaftigere rol in speelt en herschrijft zo zijn jeugd: ‘Het ging er juist om dat hij in alle rust een dwingende vertelling kon afsnoepen van alles wat zijn geboortedorp hun zou voorschotelen’. En zo gaat hij verder met het schrijfproces: ‘virtuoos reminiscenties recyclen’, ‘verzinsels galvaniseren’, ‘klein scheutje fantasie bij de geheugendroesem, dan rustig roeren’, ‘in verbeelding met verve de scherprechter spelen’.
De schrijver en zijn meisjes is een amusant, maar ook een beetje een voorspelbaar boek, zeker als je de wetten van het genre kent. Schrijver heeft writer’s block, schrijft daarom maar over het schrijfproces en gaat iets meemaken wat direct in zijn roman terechtkomt. Je voelt al mijlenver aankomen dat Ellen vermoord moet worden om Gerstenbergs schrijfkunst te redden. Dat neemt niet weg dat er aardige vondsten in het boek staan en dat Drehmanns’ stijl opnieuw van hoog niveau is, hoewel de zoveelste metafoor voor schrijven uiteindelijk gaat vervelen. Zijn gepoch met zijn nobele ambacht maakt hem een beetje een holbewoner: hij slaat zich op de borst en sleept een vrouwtje naar zijn fictieve hol. Om haar daar als lettervreter te verslinden.
Martijn Nicolaas
Peter Drehmanns – De schrijver en zijn meisjes. Querido, Amsterdam, 240 blz. € 19,95.