Dietske Geerlings (1971) is docent Nederlands op een middelbare school in Zutphen. Ook schrijft zij romans, verhalen en poëzie. Daarnaast schrijft zij essays over literatuur, Eerste Indrukken voor ooteoote.nl en recensies voor Poëziekrant en DLVA.
Drie geloven verenigd in een schilderij Als in het midden van de zestiende eeuw een dichte nevel over Antwerpen hangt, ontmoeten een koopman en kunstenaar elkaar bij een altaar in
‘Woorden na het spreken reiken naar de stilte’ Poëzie en muziek hebben gemeen dat je voor beide tijd nodig hebt om ze tot je te nemen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld
‘Zo bieden ze de ontluikende dag de mooiste kant van hun lichaam, de linkerkant, met het hart’ Vorig jaar vertelde iemand mij in een interview dat hij mijn boek wandelend
‘Een lange, lange val naar zee’ Tussen de warme bovenlaag en koude onderlaag van het water, bevindt zich de ‘spronglaag’. Duikers ervaren deze vaak als een mistige laag. Daaronder is
‘Poortwachter tussen leven en dood’ Een van de vogels waar het meest over is geschreven in de wereldliteratuur, is de raaf. Zijn reputatie is niet altijd zo positief. Dat komt
‘En hoger, als een insectenvleugel in de wind, mijn sloepje…’ Eens in de zoveel tijd tref je een werk dat in alle lagen zo diep ontroert dat het verbindingen legt
Vreemde vogels en de eenheid van handeling Net als vogels laten de personages uit de nieuwe roman van Edzard Mik, waarom vogels, zich nauwelijks vangen. De verschillende karakters zijn beweeglijk
‘elke ochtend spuugt mij opnieuw uit en ik probeer me te redden’ Als je niet weet dat Friederike Mayröcker (1924-2021) de grande dame van de Duitse literatuur is en je
‘De lege stoel op de stoep de stoel waarop hij zat’ In de nieuwe dichtbundel Oude, koude nachten van Patrick Conrad, graaft de dichter zijn verhaal op. In deze 100
‘Het leven is groots dezer dagen’ ‘Het leven is groots dezer dagen en je kunt maar moeilijk de maat ervan nemen.’ Daarom geeft de Amerikaanse dichter Peter Gizzi zich in
‘Wanneer de bouwsels instorten en zich weer oprichten, langzaam, in stilte’ De in Amerika geboren Franse schrijfster Leslie Kaplan ging in de jaren 1968-1970 als maoïstische militante in de fabriek
‘Stemmen vanuit leidingen en luchtroosters’ Al in 1968 schreef de Deense Tove Ditlevsen De gezichten. Als huisvrouw uit een arbeidersmilieu met vier gestrande huwelijken achter de rug en een neiging
‘De granaten jankten een stervensmooie liefde’ Misschien ontstaat juist op het slagveld de mooiste poëzie, daar waar de mens – in welk opzicht dan ook – in het nauw gedreven
‘Het kind gaat niet weg, we moeten hem roepen’ Wat een geluk dat er nog steeds uitgeverijen en vertalers zijn die zich niet laten leiden door de waan van de
‘Blijf dan ridderen in mijn hoofd, liefste’ ‘Voordat je de wereld verlaat, sta dan op en verlaat nog eenmaal het bed, ga van kamer tot kamer en werp je blik
‘En ik voelde wel honderd nieuwe dingen per dag, allemaal overweldigend intens’ Hoe vaak kun je taboes doorbreken en na hoeveel doorbraken is er überhaupt nog sprake van een taboe?
Een ark vol gammerkoppen, trompoppies en meissies van die nag Als eerste kennismaking met het werk van Tomas Lieske is Het spettert geluk nogal overrompelend. Meer dan poëzie is deze
‘trek je naaktheid aan’ Op de eerste bladzijde van de nieuwe dichtbundel oneindige zin van Rozalie Hirs krijg je een bijzondere uitnodiging: open je ogen in staat van onschuld trek