We komen er bekende namen in tegen, als die van Couperus, Hemkes, Fiore della Neve, die ook om andere redenen niet vergeten zijn, maar vooral zulke prachtige, zéér dichterlijke namen
Wie denkt dat alleen in de beeldende kunst sprake is van verwarring over wie welk werk maakte, dat ‘vervalsen’ in ieder geval in de letteren niet voorkomt (en waarom zou
Dit is het decennium waarin alle zestigers vijftiger worden. Dat dacht ik enkele dagen geleden toen ik, geboren in tweeënzestig, vijftig werd. Het was zomaar een losse flodder, geen poëticale
Waarom bundelen literaire auteurs liefdesbrieven van onbekenden? In mijn stukje van vorige week heb ik getracht een antwoord op die vraag te formuleren, maar wat hebben de samenstellers van zulke
Een zekere mate van voyeurisme is geen enkele lezer vreemd. Van abonnees op de roddelbladen tot liefhebbers van literaire romans, iedereen lijdt aan dit euvel. Jezelf onderdompelen in de zielenroerselen van
Op 15 december 2008 schreef ik op het weblog Kortsluiting, onder de titel Wiener en Jansen: De inmiddels gelauwerde schrijver L.H. Wiener debuteerde in 1967, onder naam Lodewijk-Henri Wiener, met
In Herinneringen aan mijn uitgevers (Uitgeverij Contact, Amsterdam/Antwerpen 2008) schrijft L.H. Wiener over een dummy die ik hier thuis heb staan, met een afgrijselijk smakeloos omslag overigens, maar met duidelijk
Het derde nummer van Links Richten – ‘Maandblad van het Arbeiders-Schrijvers-Collectief “Links Richten”’ – is gedateerd 1 november 1932. Aan de verschijning van dit nummer ging enige redactionele onenigheid vooraf:
Veel schrijvers verdwijnen na één of twee boeken in de nevel der literatuurgeschiedenis. Vaak zijn het mensen die niet de gedrevenheid bezitten om door te schrijven, soms zijn het auteurs
Afgelopen week verwierf ik een interessant exemplaar van de avonturen van cornelis bastiaan vaandrager 1 (Nijgh & Van Ditmar, [’s Gravenhage][1963]), de eerste en enige verhalenbundel – ‘ongekuist’ – van Vaandrager.
Weglaten en vergeten. Beide zaken doet een dichter bij het samenstellen van zijn of haar verzameld werk. Eeuwige Vlam, verzamelde gedichten 1958-2003 (Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam 2003) ‘bestaat uit
In De Morgen gisteren: ‘poëzie is, helaas, niet meer van deze tijd. Dat is geen beschuldiging, maar een vaststelling. Poëzie lezen vereist geduld en concentratie – twee bedreigde eigenschappen in
De meeste ‘verzamelde werken’ zijn niet compleet. Die stelling durf ik wel aan na jaren volgen van de Nederlandstalige literatuur – het is dan ook eigenlijk meer een constatering dan
In 1871 schreef de Fransman Eugène Pottier een liedtekst, die waarschijnlijk de meest vertaalde songtekst ooit zou worden. Oorspronkelijk werd hij gezongen op de melodie van de Marseillaise. Nadat de
Er is nauwelijks een boek in de Nederlandstalige literatuur waarin geen seks voorkomt. Meestal beschrijven of suggereren de auteurs de bekende standjes, maar soms worden er ook nieuwe bedacht –
Het zal iedereen die niet meteen de ogen sluit na het lezen van de laatste regel van een boek waarschijnlijk wel eens zijn opgevallen: op de laatste tekstpagina van vrijwel
Zoals in mijn stukje van vorige week te lezen staat, bloemleesde C. Buddingh’ in Het gevleugelde hobbelpaard een gedicht van E. du Perron in een versie die afwijkt van de
In een eerder stukje, Detective, schreef ik over mijn zoeken naar de herkomst van een citaat van E. du Perron. De betreffende zin – ‘de sterke kus der ongewassen tanden’
Hebbes! Jaren van zoeken en speuren en dan eindelijk het begeerde boek of tijdschrift in handen hebben – dat is het ultieme moment voor de verzamelaar, datgene waarom eigenlijk alles