Beminnelijk man ontsteekt in woede ‘Een van de prettigste kanten van een dagboek bijhouden,’ heeft Kees Buddingh’ eens geschreven, ‘is, dat je er niet elke dag in hoeft te schrijven.’
Een jubeljaar in de knop gebroken Willem Frederik Hermans had, om meerdere redenen, niet veel op met E. du Perron en Menno ter Braak. Zijn leven lang heeft hij hen
De moed om laf te zijn Er is tegelijk iets afstotends en heel roerends aan erg slechte poëzie, zoals er tegelijk iets afstotends en heel roerends is aan erg lelijke
De boekverkoper en bibliofiele uitgever die uitweek naar New York Het kleinste boekje in mijn boekenkast meet 80 bij 118 mm en is 7 mm dik. Het bevat vijftien bedrukte
Te groot voor de boekenkast Er zijn boeken die helemaal niet in de boekenkast passen. Neem Spekkie en Blekkie en het pindakaasmysterie van C. Buddingh’ en Otto Dicke, in 2018
De omweg die nodig is om tot de kern te komen In Verzen van een Dordtse Chinees heeft C. Buddingh’ het strakke keurslijf van het sonnet — de dwingend voorgeschreven
Toen ik eind vorig jaar even in Dordrecht moest zijn, zag ik vanuit het station komend dat zich onder in het Tomadohuis een Café Buddingh had gevestigd. Wat meteen opviel
Uit hoeveel sonnetten bestaat een mensenleven? Er is weinig aan Kees Buddingh’ dat beantwoordt aan het romantische beeld dat sommigen er van dichters op nahouden: een verstilde zonderling, die zichtbaar
Biesheuvel is de oude niet meer. Of juist wel? Het nieuwe boek van Maarten Biesheuvel, Carpe diem, stelt teleur: met nog geen honderd bladzijden is het de dunste bundel uit
Toen ik Ares Koopman na ruim twintig jaar terugzag, was hij al koortsachtig aan het weggaan, vertrekken, verdwijnen. Hij was al eerder verdwenen, natuurlijk, want nadat we rond 1990 hadden
Zo niet het beroemdste, dan toch in ieder geval het meest gebloemleesde boksgedicht uit het Nederlands taalgebied is cyclus ‘boksers’ van Armando. (Ik weet dat ik hier een foutieve titelbeschrijving
Het tijdschrift gard sivik publiceerde in nummer 28, gedateerd ‘september-oktober 1962’ (‘zesde jaargang / afl. 4’), op pagina [20] het gedicht ‘I remember Clifford’. Dit gedicht, geschreven door Cees Buddingh’,
C. Buddingh’was niet alleen dichter, in zijn vrije tijd knutselde hij ook kijkkasten in elkaar. In het onderstaande filmpje vertelt Wim Huijser over de tentoonstelling die momenteel in het Dordrechts
Een vergeten verhuisdoos, tot de rand toe gevuld met archivalia, manuscripten en typoscripten van C. Buddingh’ is onlangs toegevoegd aan de collectie van Erfgoedcentrum DiEP. De doos dook op in
Wie denkt dat alleen in de beeldende kunst sprake is van verwarring over wie welk werk maakte, dat ‘vervalsen’ in ieder geval in de letteren niet voorkomt (en waarom zou
Zoals in mijn stukje van vorige week te lezen staat, bloemleesde C. Buddingh’ in Het gevleugelde hobbelpaard een gedicht van E. du Perron in een versie die afwijkt van de
Prado nummer 80 is uit. Het onregelmatig verschijnende tijdschrift van Willem Bierman, stadsdichter van Apeldoorn, heeft een themanummer C. Buddingh’ gemaakt, ter gelegenheid van de 25e verjaardag van ’s dichters