Altijd oorlog In het nawoord van Jericho schrijft Lammert Voos dat hij al aan dit boek begonnen was voordat er sprake was van een grootschalige oorlog in de Oekraïne. Het
Robert Vuijsje, bekend van Alleen maar nette mensen (en Alleen maar foute mensen, Alleen maar nette mensen vieren Sinterklaas, Alleen maar oranje mensen, Alleen maar stoute kinderen), begonnen bij Nijgh
Rotzakken Onlangs keek ik naar 25 jaar foute vrienden van regisseur Roy Dames, een serie documentaires over vier Amsterdamse zogeheten vrije jongens, die sinds 1996 worden gevolgd. De hoofdpersonen hebben
Sinds vorige week zit er een stijgende lijn in de kijkcijfers van Brommer op zee. Tommy Wieringa, Sien Volders, Matthijs van Boxsel en Lammert Voos behaalden gisteren 106.000 kijkers. Het
Een Hiëronymus Bosch-tafereeltje uit de Groningse klei Lammert Voos brengt ons met Malterfoske een half-poëtisch modderpoeltje, dat een ongenadige stank verspreidt van wat de mentaal gedrochtelijke en vaak fysiek verminkte,
Het nieuwsbericht over de zoon van Femke Halsema vandaag in de Telegraaf ontgaat ook literair Nederland niet. Op social media laten schrijvers en uitgevers van zich horen. Ze gaan er
Vanmiddag werd in het Provinciehuis in Groningen het boek Ergens op het eind van Erik Nieuwenhuis gepresenteerd. Nieuwenhuis schreef de novelle in opdracht van de provincie die hem het Belcampo
Recht van spreken Lammert Voos (1962), Lambrusco, mister Voosfruit, is een honderdvijfentwintig kilo zware Groningse brompot met een klein idealistisch hart. Een fijne sombermans, een schrijver die de twijfel tot
Geen zin heb in de poeha van de literaire wereld Voormalig Deventer stadsdichter Lammert Voos (1962) doet weer eens van zich spreken. Allereerst met een nieuwe prozabundel, getiteld Bekentenissen van
Ruwe bolster, blanke pit De schrijver A.L. Snijders noemt zijn ultrakorte stukjes Zeer Korte Verhalen. Juist de eenvoud en de terloopsheid waarmee de onderwerpen worden aangekaart, zorgen voor intense leeservaringen.
Ultiem Testament eenzaam dwaalde ik jarenlang over Gods dorre akkers bezaaid met zwartgeblakerde stoppels, het eertijds wuivend goudgeel gewas, en ik was omhuld door een wolk roet, trachtte de raven